Achter de meter

Met zonnepanelen wordt decentrale elektriciteit opgewekt. Deze elektriciteit wordt aan de gebruikerskant van de elektriciteitsmeter op het net ingevoerd. Wanneer dit ‘achter de meter’ gebeurt, dan betekent dit dat altijd eerst de zelf opgewekte elektriciteit gebruikt wordt. Alleen wanneer er met de decentrale installatie onvoldoende elektriciteit wordt opgewekt, wordt aanvullende elektriciteit van het openbare net opgenomen.

Salderen

Kleinverbruikers met een eigen opwekinstallatie achter de meter kunnen er voor kiezen om te gaan salderen. Wanneer je met je zonnepanelen systeem meer energie opwekt dan verbruikt, kun je het overschot terug leveren aan de netbeheerder. De energieleverancier trekt deze energie die je terug levert af van de geleverde energie. Deze aftreksom heet salderen. Nederland is een van de eerste landen in Europa waar dit mogelijk is.

Verder gelden de vastgestelde regels alleen voor kleinverbruikers. Je bent een kleinverbruiker wanneer je een aansluiting hebt van maximaal 3×80 ampère. Wanneer je niet zeker weet hoeveel ampère je aansluiting is, kun je altijd je energieleverancier of netbeheerder raadplegen. Is je aansluiting groter dan 3×80 ampère, dan maak je apart een afspraak met je energieleverancier over de mogelijkheid te salderen.

Salderingsgrens

Er is voor kleinverbruikers met een zonnepaneel installatie wel een salderingsgrens vastgesteld. Dit betekent dat niet alle terug geleverde energie meetelt voor het salderen. Voorheen mocht je 5000 kilowatturen (kWh) terug geleverde elektriciteit van je eigen verbruik aftrekken. Tegenwoordig is de salderingsgrens gelijk aan de hoeveelheid geleverde energie door de energieleverancier. Hiermee varieert de salderingsgrens per kleinverbruiker.