EPC

De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) is een index die aangeeft wat de energetische efficiëntie van nieuwbouw is. Deze wordt bepaald door de berekeningen in de Nederlandse norm (NEN) 7120. De energieprestatiecoëfficiënt van een woning drukt dus de energetische prestatie ervan uit. In 1990 lag de gemiddelde woningprestatie waarde rond de 1,0. Een huidige woning met een coëfficiënt van 0,6 gebruikt dus nog maar 60 procent van de energie die het in 1990 gebruikt zou hebben. Sinds 2015 geldt in Nederland voor woningbouw een coëfficiënt van 0,4. Deze berekening is opgenomen in het bouwbesluit en sinds 1995 is het verplicht deze bij een bouwaanvraag in te dienen. Vanaf 2020 is het volgens de Europese richtlijn de bedoeling dat alle nieuwbouw bijna-energieneutraal is. Dit betekent dat er dan een coëfficiënt van 0 gehaald moet worden.

Zonnepanelen favoriet door vereiste EPC

Om aan de landelijk vereiste energieprestatiecoëfficiënt van 0,4 te voldoen, worden vaak zonnepanelen geïnstalleerd bij nieuwbouw woningen. Bij bestaande woningen is het zo dat zonnepanelen procentueel de grootste positieve invloed hebben op het energieprestatiecoëfficiënt indien de woning daarvoor ook al een goede score had. Daarbij is het zo dat hoe kleiner het bewoonbare oppervlak, des te groter de invloed van zonnepanelen zal zijn. Verder is vastgesteld dat kristallijne varianten een dubbel zo grote invloed hebben dan amorfe varianten.

Kristallijn versus amorf

Bij kristallijne zonnepanelen zijn de zonnecellen gemaakt van silicium. De amorfe variant onderscheidt zich in de manier waarop deze geproduceerd wordt. In plaats van silicium wordt op het glas of ander substraatmateriaal van het amorfe type een fotovoltaïsche actieve laag afgezet. Zie soorten zonnepanelen.